ken
Aan
den Gemeenteraad
Behalve de stukken, welke afzonderlijk worden behandeld zijn
nog ingekomen
1. Een besluit van Gedeputeerde Staten tot goedkeuring van een
raadsbesluit tot verkoop van grond aan J. Embregts
De overeenkomst kan thans worden aangegaan i
Wij stellen den Raad voor ons, voor zooveel noodig, te machti
gen tot uitvoering van dit besluit
Verder kan dit besluit voor kennisgeving worden aangenomen'
2. Een schrijven van de Commissie van Toezicht op het lager onder
wijs in deze gemeente betreffende haar jaarverslag over 1926
Waar aanleiding van het schrijven der Commissie kan worden op
gemerkt, dat het geen verwondering kan baren, dat in de vergaderin
gen van den Raad twijfels worden geopperd omtrent de taak der Com
missie. Art. 184 der Wet op het Lager Onderwijs 1920 £eeft in het
algemeen aan, wat tot de taak der Commissie behoort. De Toepassing
in de praktijk doet echter, zooals dat ook met andere wetsbepalin
gen veelal het geval is, verschillende vragen rijzen Dit blijkt
reeds uit de vele vragen, welke door Gemeentebesturen en Commissien
van Toezicht tot den Minister zijn gericht. Het is ons ook niet
mogelijk eene opsomming te geven van hetgeen door de Commissie be
hoort of kan worden verricht. In het algemeen kan worden gezegd, dat
hare taak eene adviseerende is; zij is verplicht met betrekking
tot het lager onderwijs advies te geven wanneer dit door het ge
meentebestuur of het Rijksschooltoezicht wordt gevraagd en zij is
daartoe ook ongevraagd bevoegd
Waar aanleiding van de door de Commissie gestelde concrete vra
gen kan worden medegedeeld, dat zij naar het oerdeel van den Minis
ter bevoegd is te wijzen op den toestand van de schoollokalen en
op de Verbeteringen, welke naar ha^r oordeel te dien aanzien behoo'
ren te worden aangebracht. Het schoolbezoek op zichzelf behoort,
mede naar het oordeel van.den Minister, niet tot hare taak; ter ver
vulling van hare taak en indien het noodig is Hoor het uitbrengen
van advies, is de Commissie echetr bevoegd de scholen te bezoeken.
Het instellen van een onderzoek naar de vordeningen der leerlingen
wordt door den Minister niet gewenscht geacht
Mocht door de ^ommissie daartoe in een enkel geval het ver
zoek worden gericht, dan kan daartoe worden overgegaan
Aan de Commissie zouden d&e verschillende Ministerieele mee
ningen kunnen worden medegedeeld. Tevens zou haar kunnen worden
bericht, dat zij in gevallen van twijfel zich kan wenden tot den
Minister Wij zijn niet bevoegd eene bindende interpretatie te
geven aan de bepalingen der wet
Aangezien de werkzaamheden der Commissie zeker zijn in het
belang van het onderwijs, wordt op hare adviesen ptijs gesteld.
Hierin ligt niet opgesloten, dat die steeds moeten worden opgevolgd
Ginneken, 2 Augustus 1927
Burgemeester en m - -• en Bavel
De Secretaris