8. dragen,zal het den Rau\ wel duidelijk zijn,dat de overeen komst is aangegaan in geheel andere tijdsomstandigheden. Van trottoirs,rioieeringen.cgfgravingen voor gas- en water leidingbuizen en electriciteits- en telefoonkabels was in dien tijd geen"sprake.Evenmin was destijds sprake van be strating over de geheele breedte van de straat.Het wordt bezwaarlijk om uit te maken,welke kosten mede voor Breda kunnen worden gebracht en welke uitsluitend voor Ginneken en Bavel blijven. Het zal wel niet behoeven te worden betoogd,dat de geldende regel zagen z-.;er verouderd zijn en niet meer passen in het kaler van dezen tijd. Het is ook noodig,dat Ginneken en Bavel het vrije beheer erlangt over den weg,ten einde in staat te zijn die verbeteringen aan te brengen,welke de tegenwoordige tijds omstandigheden vereischen.Het lijdt geen twijfel,dat de gemeente Breda daarbij steeds belemmeringen in den weg zou kunnen leggen,al moet ?;orden erkend, dat Breda tot dusver steeds coulant .aan zijn verplichtingen heeft voldaan.Voor zoover ons bekend,was slechts eenmaal een uitspraak der Kroon noodig en wel in 1914-. Deze beslissing is ten voor- deele van Ginneken uitgevallen. Wij zijn met het Gemeentebestuur van Breda in briefwisseling getreden over de opheffing van den onder houdsplicht op 27 September 1928.De laatste jaren was daar over niet mreer gecorrespondeerd; dit hield verband metd de aanhangige annexatieplannen van Breda. Kaar aanleiding van een besluit van den Raad werd door ons op 2 Maart 1928 voor den afkoop de som van f 65OOO.- gevraagd.Kaar aanleiding daarvan is door het Gemeentebestuur van Breda een bod gedaan van f 4-2897*50, welk bedrag moest verminderd worden met f 4-84-0.-, zijnde het aandeel van de gemeente Breda in de langs den weg staande boomen.. Door l 1- 't 'L - -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1928 | | pagina 107