9- Door ons is vervolgens,onder voorbehoud van goed keuring dcor den Raad, voor de som van f ^66?A, "JQ, té vermin deren met f ^84-Go-- voor de benen, de overname van den on- derhoudspl icht aaiigeboden Tenslotte is overeenstemming verkregen en zijn Bur gemeester en Wethouders van Breda bereid aan den Raad dier gemeente voor te stellen den onderhoudsplicht af te koopen voor de som van f ,te verminderen met de waarde van het aandeel van Breda in de boomen,zijnde f ^8^0.-. Ons komt deze som billijk en redelijk voor,zoodat wij den Raad adviseeren de overeenkomst aan te'gaan. De gevoerde correspondent!e is overgelegd.Het ver kregen resultaat is mede een gevolg van mondelinge bespre kingen,welke enkele malen hebben plaats gehad. Tenslotte zijn de kosten van den jaarlijkschen on derhoudsplicht bepaald op f 3000*""-Het door ons aanvanke lijk bepaalde bedrag van f 3300.- was niet te handhaven. Men kan daarvoor geene cijfers voor de toekomst fingeeren, doch men moet rekening houden met een behoorlijk tijdvak in het verleden en dan is een jaarlijksch bedrag van f 3000.- billijk te achten. De afkoop wordt berekend op een basis van'4-0 jaren. De onderhoudsplicht is weliswaar eeuwigdurend,doch dat neemt niet weg,dat bij afkoop van dergelijke verplichtingen toch een bepaalden looptijd wordt aangenomen.Het is immers steeds mogelijk,dat door bijzondere omstandigheden aan de verplichting een einde komt. Blijkens overgelegd schrijven d.d. 5 Juli 1928 Ho. V/1012 van Burgemeester en Wethouders van Breda wordt de contante waarde op 1 Januari 1929 voor een jaarlijks op 31 December daaropvolgend te betalen bedrag van f 100.- over ^0 jaren berekend opf 1715-90.Voor een jaarlijksche som van f 3OOO.- beloopt dan de afkoopsom 30 x f 1715-90 is f 511-77.-. Het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1928 | | pagina 108