Voorstel tot het bepalen van het vermenigvul-
digingscijfer voer de plaatselijke belasting op
het inkomen voor het dienstjaar 192 8/1929 op
Volgens het prae-advies van Burgemeester en Wethouders moet
de opbrengst der plaatselijke inkomstenbelasting in het dienstjaar
1928/1929 bedragen 164.000 daartoe stellen zij voor, het vei
menigvuldieingscijfer te bepalen op 1. Wat beteekent dit voor de
belastingbetalers, vergeleken bij vorigè jaren? We rekenen thhas
weliswaar met eene nieuwe schaal, m Sar om gelijksoortige groothe
den te vergelijken, zal ik mij hieronder vooralsnog sltan de oude
schaal houden- Wanneer van de eerste honderd gulden belastbaar in
komen wordt geheven, volgens de nieuwe schaal, 1.66, moet van
die eerste honderd gulden worden geheven teneinde een zelfde to
taal-opbrengst te verzekeren - volgens de oude schaal, f 2.06.
Bij toepassing van een vc. - 1, wordt van die eerste honderd gul
den geneven 2. dit komt overeen met f 2.485 bij toepassing van
de oude schaal, m-.a.w met een v.c» 2.485 of rond"'2.5
In 1923 bedroeg het vc. 1; in 1924: 1.5; in 1925, 1926 en
1927 bedroeg bet vc 1.35; thans stellen Burgemeester en Wethou
ders voer 2.5; in vijf jaar tijds eene verhooging tot het 2% voud
tegenover verleden jaar eene verhocging met 38
Door de wijziging der progressie wordt deze verzwaring per
centsgewijs nog erger voor de middelbare en hoogere inkomens, min
der voor de lagere inkomens. Hoe deze sprong te verklaren Daar
voor bestaan m.i. drie oorzaken
a. de achterstand tengevolge van de belastinginning per rijks
dienstjaar
b. het tekort van den dienst 1926 ten bedrage van f 8093.22^ te
genover een batig s#&do ten bedrage van f 1258.07 van den
dienst 1924
c. bijzondere uitgaven ten laste van 1928, resp. mindere inkom
sten
Ten aanzien van "a" merk ik op, dat de Gemeenteraad van Gin-
neken heeft besloten, de verhocging met 33 l/3 tengevolge van
de verschuiving van het belastingjaar van 1 Januara naar 1 Mei
niet op de belastingbetalers van ee^n jaar te laten drukken, een
besluit, dat ik nog altijd goedkeur en dat heeft voorkomen sterke
schommelingen in de belastingheffing, een euvel, dat ten aanzien
van de rijksbelastingheffing is uitgesloten, tenzij'.na wetswijzi
ging, maar dat het gemeentebestuur kan veroorzaken dan wel voor
komen met het vermenigvuldigingscijferTegenover de voorstellen
van B.enW., die telkenjare trachtten, den achterstand in eens in
te halen, heeft de Raad constant en conseguent eene afwijzende
houding aangenomen. En wat is nu het resultaat
Burgemeester en Wethouders stelden voor, ten behoeve van
het dienstjaar