1934/1925 1925/1936 1936/1937 1937/1933 het vermenigvuldigingscijfer vast te stellen op 1.8 2 1.9 3 teneinde voor het volgende dienstjaar he schikbaar te hebben 40.000 48.900 45150 43.600 De Raad stelde het vermenigvuldigingscijfer vast op 1.5 1.8 1.8 1.8 en raaradn derhalve een bedrag, beschikbaar voor het volgende dienstjaar, groot 20.500 30.000 35.700 31.600 inderdaad bleef beschikbaar 19/000 23=200 f 22.800 31.000 We hebben thans reeds f 31.000 ingehaald. Voor het eerst hebben we deanegenden termijn beschikbaar, ten bedrage van 11.000. De tactiek van den Raad blijkt dus juist te zijn: zonder belang rijke verhooging van de be".asting en zonder schomme 1 i nge n wordt die extra-belasting over vier maanden ii.gehaald Ër is dus geen reden, van den ingeslagen weg af re wr'jken. Desalniettemin stel len Burgemeester en Wethouders voor, den factor te bepalen op 2.5' het docr Burgemeester en Wethouders geraamde overschot voet h&Y dienstjaar '1929 bedraagt niet minder aan 54.500. Stelde de factor vast op 2.1,. dan bleef reeds een bedrag van 36.600 beschikbaar, dus reeds meer dan we nu hebben. Met het oog op toe komstige uitgaven acht ik het wel gewenscht, wat sneller in te ha len en b.v. een bedrag van 40.000 voor het dienstjaar 1929 bee-~ schikbaar over te houden Ten aanzien van ,:b" merk ik op het volgende. Waar komt dat nadeelig verschil vandaan Vergelijken we de hoofdstukken, die sterk afwijken van de begrooting, dan zien we, dat middelbaar on derwijs Hoofdstuk Vlll -13, ruim 20C0 meevalt, dat steun aan werkloozen, Hoofdstuk IX -2 f 1000 meevalt, dat belastingen, Hoofdstuk Xll, rond f 2350 tegenvalt; er zijn nog enkele kleinere tegenvallers, zcodat in totaal het dienstjaar 1926 rond rS 500 tegenvalt Dit wordt goedgemaakt door inkomsten onder Hoofdstuk 1, die opwegen tegen inkomsten van het dienstjaar, die eerst in den regel later worden ontvangen, b.v. ae winstuitkeering van de gasfabriek te Breda. Het nadeelig verschil wordt dus alleen ver oorzaakt door de uitgaven van vorige dienst jat en, in de eerste plaats de achterstallige annuiteiten voor de woninsrbouwvereeniging, txveede complex woningen, ten bedrage van f 22197; tegenover een totaal aan extra-uit saven van f 37347.81 staat een totaal aan ex tra-inkomsten van f 20631.83; daarvan zijn f 18534.65 extra-in komsten, die redelijkerwijs besteed moeen worden ter bestrijding van de extra-uit saven; dan blijft nog een strop, die uit de loo- pende inkomsten is betaald van 8813.16. Dit bedrag verlaagt het saldo ten bate van het jaar 1928 en wcrdt op de belastingbe talers van dit dienstjaar anderhalf maal gelegd. Is het noodig, dit nadeelig slot in eens in te halen en daarvoor de burgers een keer zwaarder te belasten Ik zie dat niet in. Ik stel vooy, dat te dekken in vier jaren, dus per jaar het benccdigde bedrag met 2200 te verhocgen. We kunnen dan rekenen dasof het bedrag van de post inkomstenbelasting f 8800 lager ware Ten aanzien van "c" merk ik op, dat in 1928 meer betaald moet werden dan volgens de raming van 1927 voor het Hoofdstuk 11 3000. voor het Hoofdstuk IV f 1450, voor Hoofdstuk VI 4850 voer Hoofdstuk Vlll -IS f 250, voor Hoofdstuk IX -1 f 1800 en voor Hoofdstuk IX -2 f XCQO, daarentegen minder dan volgens de raming van 1927 voor Hoofdstuk 111 t 1000, voer Hoofdstuk Vlll 4-2 600, voor Hoofdstuk Vlll -13 f 1250 en voer Hoofdstuk Vlll -15 200, tezamen f 9300 meer

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1928 | | pagina 20