De opbrengst van da plaatselijke inkomstenbelaeting is
op de begrooting voor het jaar 1928 geraamd op 140250; waren
de achterstallige annuiteiten uit eene leening betaald met een
vierjarigen looptijd, dan waren in 1926 rond 8800 minder uit
gegeven, het saldo derhalve f 8800 gunstiger geweest, het ge
raamde bedrag voor de post inkomstenbelasting 8800 lager ge-
wee so, dus
131450.— daarvoor is beschikbaar van het belastingjaar
1927/1928
31000.- nog te vorderen
1004-50.- daarbij ten behoeve van het dienst je ar 1929:
40000.- voorts een vierde gedeelte van de strop van 192c
2200.- tezamen
142650.-
Bij een vermenigvuldigingscijfer van 1.8 is in de drie
laatste jaren gemiddeld opgebracht aan belasting ruim
f 120.000; liet hie;, berekende bedrag sou dus worden opgebracht
bij een factor 2.1, he;
nieuwe belastingschaal
;een overeenkomt met 0.85 volgens de
Men kan anders redeneeren. Ware er niets bijzonders aan
de hand, dan ware het niet geraden, meer te heffen dan gemid
deld in de jaren 1925/1926, 1926/1927 of 1927/1928, te weten:
1.8 X 71000.- en 70.000 en f 66000 3 alzoo
124200.- daarbij voor sneller inhalen
3400.- voorts een vierde gedeelte van de strop van 192
n 2300.- voor nieuwe of verhoogde uitgaven in 192 8
9300.- ten slotte als tegemoetkoming in een gevreesde
mindere opbrengst van de opcenten op de rijks
personeele belasting
3000.- tezamen
f 142100.-
Volgens het prae-advies za| bij een vc- van 2.5 rond
166.000 werden opgebracht; dan is voor het hier berekende
bedrag een vermenigvuldigingscijfer ruim 2.1 noodig, hetgeen
overeenkomt met 0.85 volgens de nieuwe schaal