p te om slag J tgesteld, iging van et epreeki wat in be. omslag. 3 aansla- ten ar en heffing en. Door i op de de ge- op centen roegeren itselijke p de In, dat 3li jken iet be lkom a ten- Send jaar, geschied- iet tijd- 100 op- aan met ran 1931 .d, TUI ;e j aren al- het vel- ■an de .asting tot i ontvan- ,n het n 100 acht 90000.-, kkeli jke fing t heffing Bij de vast ge- In de n ons rtikel 5 gesteld waaron- restan- g over ook de 933 was 1933. op voor- r vast- door de waarvan are pos iet igen ten 36383.38. 5.31 al e 1933/ iverge- belas- worden ruden gehouden met eene bijzondere omstandigheid, welke van veel invloed was op het bepalen van het vermenig- vuldigingscijferVoor dat jaar werden voor het eerst van toepassing de nieuwe voorschriften betreffende de inrichting der gemeente-rekening, welke door ge deputeerde Staten waren vastgesteld. In artikel 9 van die voorschriften werd bepaald dat op den post belasting naar het inkomen behoort te worden ver antwoord betreffende het in het dienstjaar aanvan gende belastingjaar: hetgeen van het rijk voor de sluiting van het dienstjaar wordt ontvangen tot een maximum van 3/3 van de bij het vaststellen van het irermenigvuldigingscij fer geraamde opbrengsthet overige -van de opbrengst wordt zooveel mogelijk op het volgende dienstjaar geboekt. Door ons werd in ons schriftelijk prae-advies voor de vergadering van '10 Mei 1934 voorgesteld het vermenigvuldigingscijfer voor het re Laetingjaar 1934 1935 vast te stellen op lo3. 'den 'Voorzitter werd echter in da raads- ve.rgader:u g met instemming van ons College medege deeld, dat de cijfers in het prae-advies te ruim wa^ ren genomen., zoodat hij voorstelde het vermenigvul digingsci jfer vast te stellen op 1.5. Met dit voor stel ging "de "Raad accoord Do opbrengst was geraamd op 100000.-. Ten bare van 1934 werd geboekt een be drag van 93550.08,3 hierin was begrepen als voor- loopige einduitkeering van.1933 1934 een bedrag van 13798.01 en als einguitkeering over 1933 1937 per bedrag van 9557.94, In de raadsvergadering van' 18 Mei 1935 werd door ons College voorgesteld het vermenigvuldigingscij fer voor het belastingjaar 1935 1936 vast te stellen op 3 en de opbrengst te ramen op 143000.-. Bij de behandeling van dat voorstel is in den Raad eene uitvoerige bespreking gehouden, waarvan het eind resultaat was, dat het vermenigvuldigingscij fer werd bepaald op 1.8, terwijl de opbrengst toch werd ge raamd op 143000. Van deze opbrengst zou ten bate van 1935 mogen worden gebracht een bedrag van 95344—, terwijl dan ten bate van 1936 zou moeten komen een bedrag van 47666 Ten bate van 1935 werd gebracht de som van waarin begi^en een bedrag van 16965.90 als Aroorloopigé einduitkeering over 1934 1935 en ale einduitkeering over 1933 1934 een be drag van 7433 Als opbrengst over 1935 1936 /as,a/ kwam dus ten bate van het dienstjaar 1925 Hèt cijfer voor het belastingjaar 1926 1937 werd vastgesteld in de raadsvergadering van 30 April 1926. Door ons College was voorgesteld het vermenigvuldigings cij fer te bepalen op 1.9, echter werd door ons tevens te kennen gegeven, dat wij geen bezwaar zouden.maken tegen een factor van 1.8, wanneer de Raad van oordeel mocht zijn, met het oog op te verwachten stijging van inkomens, dat met een factor van 1.8 zou kunnen wor den volstaan. Het vermenigvuldigingscij fer werd door den Raad vastgesteld op 1.8, terwijl de opbrengst 'werd geraamd op 135450—, Als opbrengst werd in het dienstjaar 1936 geboekt een bedrag van 108985.71. In dit bedrag was begrepen als voorloppige einduit keering over 1935 1936 een bedrag van 1403.31 en als einduitkeering over 1934 1935 een bedrag van 10885.10. Het dienstjaar 1936 ontving nog eene extra-bate van 9997,30 wegens te veel ingehouden bedragen voor oninbare posten in vroegere dienst jaren, waarop niet was gerekend. Voor

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1928 | | pagina 27