15. 'Vragen van don 1: «ie? 1 'luroy te treffende de bewaring van
de gelden der gebeente.
Door den lieer Laurey zijn'de navolgende vragen .gesteld:
1. Hoe groot is het bedrag der door den Gemeente-Ontvanger
gestelde zekerheid en "bestaat deze uit eene zakelijke of
persoon! ij ke
2. Hoe hoog is het bedrag van de gemiddelde jaarlijksche
inkomsten der gemeente, bedoeld in art 110, 2 lid der
Gemeentewet
3.Welk bedrag r.an contanten berust gewoonlijk in de brand
kast ten Gemeerde]-;,! %r,
4. Worden in de Brandkas i; ten Gemeentehui ze ook bewaard
Effecten enz toebehoorenden as n het Burgerlijk Armbestuur?
Zoo ja, is de Gemeente bij mogelijken diefstal verplicht
hiervoor bet B. A. schadeloos te stellen?
5. Welk bedrag aan contanten berust gewoonlijk in de brand
kast van de Centrale?
Ha-ar aanleiding van de eerste vraag kan worden medege
deeld, dat de zekerheid van den gemeente-ontvanger 10000
bedraagt en dat deze is gesteld als hypotheek op vaste
goederen.
De tweede vraag kan niet met' juistheid worden beantwoord,
omdat daarvoor eene nauwkeurige berekening noodig is. Wel
kan met zekerheid worden gezegd, dat de gemiddelde jaar
lij ksche inkomsten bedeeld in art 110, tweede lid der Ge
meentewet het bedrag van ƒ10000 aanmerkelijk te boven
gaan.
Haar aanleiding van de derde vraag kan worden gezegd,
dat in de regel slechts een veel geringer bedrag dan 10000
onder den ontvanger 'berust.
Als antwoord op de vierde vraag kan word.en gezegd, dat
ten gemeentehui ze ook effecten toebehoo.rende aan de Bur
gerlijke Armbesturen worden bewaard, De gemeente heeft
daarwvr gelegenheid, gegeven donh ge ene enkele verant-