Door den heer S.r.v. is schriftelijk medegedeeld, welke A
"bezwaren tij hem bestaan togen het voorstel tot wijziging-
van Verordening tot heffing eener te'lasting op too-
neelvertooningen en andere vermakelijkheden zooala dit
door ons in de vorige vergadering is overgelegd.
Het schrijven van den heer pprenger ligt ter inzage. g_
Naar aanleiding van de door den heer Sprenger gemaakte
8"
bemerkingen hebben wij de eer het navolgende mede te dee
len:
Ten eerste
Het bezigen van hst woord toegang in artikel 1 van
de wijzigingsverordening is geschied om de bestaande ter
minologie in de verordening te handhaven.. Hetzelfde geldt
voor het woord toelating in artikel 6.
Bij aandachtige bezing van de verschillende artikelen
blijkt, dat de woordenkeus niet onjuist is.
Het be si. gen van het woord toelating in plaats van
"toegang in artikel 6 voorkomt stroefheid; immers, on-
s>
middellijk daarop volgt tweemaal het woord "toegangsgeld" c.^e
hoewel wij hiermede niet willen beweren, dat de bewuste
zinsnede met gebruik van het woord toelating als
Gezelliaansche muziek in de ooren klinkt.
Ten tweede:
Het was inderdaad onze bedoeling, dat de leden van veree-
nigingen, die op vertoon van hun lidmaatschap op kostelco-
ze toegangsbewijzen worden toegelaten, zouden worden ge-
lijk gesteld met degenen, die op vertoon van een vrijbil-
jet toegang hebben. Een kosteloos toegangsbewijs is immer
hetzelfde als een vrijbiljet Wij hebben echter geen be
zwaar den laatst© sin van arti.kel3 der verordening te le
zen, zooals door den heer Spr enger wordt voorgesteld, be
houdens dat wij het maximum op 0.50 zouden willen be
palen. Wij vinden geen aanleiding om, wanneer het minimum
t oe gangs-ge ld 0«50 of hooger is het maximum voor leden
•van
het aanvragen van de vergadering en thans zoodanig veranderd zijn,
dat het vragen van inlichtingen overbodig moet worden geacht. Spre-
I
ker wil echter eene nadere toelichting geven voor de leden, die de
vergader ing
po
er-
n