15.
.De vc.rm van het door den heer Ir.van Veen ontworpen besluit
meer,en wij niet te mogen volgen Het geeft te zien een meng
sel van bouwverbod-en rooilijnvaststelling.Wij meenen, dat
een dergelijk besluit op wettelijke gronden niet te verde
digen is.
Voorts zou kunnen worden opgemerkt, dat op sommige punten he.
rocilijnbesluit ook als zoodanig misschien te ver gaat,om-
dat van sommige perceelen meer dan de helft wordt ingenomen
(K.B.van 12 November 1923 Stbl.516).
Of het zelfde, wat met het rooilijnbesluit wordt beoogd,zou
kunnen worden bereikt accr toepassing van artikel 30 der
Woningwet,dus dcor vestiging van een bouwverbod,is mede aan
twijfel onderhevig, omdat hier bezwaarlijk kan worden geppro-
ken van uitbreiding van bebouwde kommen en omdat het twij
felachtig is of art.30 dar Woningwet door den Raad kan &&&&Ö.3.
worden toegepast/om tot verbreeding van reeds bestaande stra
ten te geraken.
Het komt ons voor,dat door ons College de rooilijn kan wor
den vastgesteld zcoals in de aan den Raad overgelegde blau.
drukteekeningen is aangegeven.
De belangen van derden in verband met uitbreidingsplan
nen, rooili jnan en bouwverboden zijn gewaarborgd bij raads
besluit van 30 Juni 1928,
19.Aangaan van een geldleening.
Wegens uitvoering van verschillende werken als schoolbouw,
wegenaanleg, uitbreiding eleotriciteitsbedrijf enz nader in
het raadsbesluit omschreven, zal eene geldlee-
ning moeten werden aangegaan.Door tusschenkomst van den heer
Verbist kan bij de Pansioenfondsen voor de Koloniale Lands
dienaren en Locale Ambtena^ren te s-Gravenhage eene geld-
leening worden geplaatst tot een bedrag van ƒ.350.000.-
tegen een rente van 4 7/8 bij een koers van 100.-.
Door den heer Verbist is medegedeeld aan Commissielaan
in rekening te sullen brongen.Getracht zal worden die provi
sie te verminderen.