2 Beide voorstellen zijn door de Commissie in die vergadering vei worpen Met algemeene stemmen is voorts in de vergadering van 25 Juni besloten voor te stellen geen gebruik te maken van de bevoegd- beid om de gemeente, ingevolge artikel 14- der Financieele Ver houdingswet Wet van 15 JuM 1929 stbl.388 in een klasse te tangschikken Vervolgens is eene vergadering gehouden op Maandag, 7 Juli 1930 In die vergadering werd mededeeling gedaan van het voorloopig bericht in het nummer van "De gemeentestem" van 5 Juli 1930, waardoor bekend werd? dat Gedeputeerde Staten van Noordbrabant, in afwijking van de besluiten van dezelfde Colleges in de tien andere provinciën, de begrootings-en rekeningsvoorschriften hebfcei ben gewijzigd in dien zin, dat de uitkeeringen uit het gemeente- fonds, ingevolge artikel 3 van ,4e Wet van 15 Juli 1929 stbl.388, behooren te worden geboekt op een en hetzelfde dienstjaar, waar op de Koninklijke goedkeuring is aangevraagd Wanneer die1 regeling inderdaad zou worden getroffen, zoq, daar door voor 1931 eene groote verandering worden gebracht in de ont vangsten De voorstellen van Uw College kunnen, ook al zou daar overigens mee acooord kunnen worden gegaan, dan niet ongewijzigd worden overgenomen De cijfers hebben, tengevolge van de later verkregen gegevens, een groote verandering ondergaan Volgens de berekeningen in het voorstel van 'Jw College bedraagt de minimum-uitkeering uit het gemeentefondsingevolge letter b van artikel 3 der Wet van 15 Juli 1929 stbl. 388) f 4-5.000 per jaar waarvan dan volgens Uwe berekening 2/3 zou komen ten ïaii® bate van 1931, alzoo een bedrag van f 30.000.-. De bijdrage in de jaarwedde van den Burgemeester en den Secreta ris bedraagt f 3000-, waarvan dan volgens Uw voorstel zou komen f 2400 C dit cijfer had op f 2000 behooren te worden bepaald) ton bate van 1931 De uitkeering per inwoner ingevolge artikel 3 letter b der Wet van 15 Juli 1929 Stbl.388 kan op een hooger bedrag worden ge steld, nu bekend is het voorloopig bedrag der uitkeering Het zielental dat nu ongeveer 13.OOO bedraagt mag op 1 Jan. a. s. worden gesteld op 13.100. De uitkeeringen per inwoner zouden dan in totaal ongeveer f 54-, 000 bedragen De uitkeering in de wedden van den Burgemeester en den Secretaa?ét ris zou dan, vergeleken met Uw voorstel met f 600.- worden ver hoogd, wijl die dan voor 1931 f 3000 bedraagt en in Uw voorstel voor 1931 is geraamd op f 2400.-.. De ontvangsten uit het gemeentefonds ingevolge artikel 3 ^er Financieele Verhoudingswet zouden dus voor 1931, gezien in het licht der nader verkregen gegevens, veilig f 24-.000 hooger mogen worden geraamd dan -door Uw College is geschied Ingevolge Uw kbsx voorstel toch zouden die ontvangstenrvoor 1931 ten minste bedragen f 3°.000.-, terwijl blijkens voorstaande, die op f 5^.000 mogen worden gesteld De Commissie is alth&BB van oordeel dat het voorloopig bedrag der uitkeering ad f 4-,039^0 per inwoner als grodftslag voor verdere berekeningen mag worden aangenomen Volgens de cijfers in het voorstel van Uw üollege zou over 1931 nog moeten worden voorzien in een bedrag van f 3^.100, indien de opcenten op de hoofdsom der personeele belasting zouden komen te vervallen Het bedrag van f 36.100 zou derhalve voor 1931 met f 24-.000 kunnen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 119