5 waar daaromtrent informaties waren ingewonnen, konden daarom trent geen nadere inlichtingen worden verstrekt, doch was men van oordeel, dat kon worden getracht op een dergelijke veror dening goedkeuring te verkrijgen* De Commissie is daarom van oordeel, dat eene verordening met een wisselenden factor, mits de vastgestelde factor telkens aan de goedkeuring der Kroon wordt onderworpen, zou kunnen worden vastgesteld. De Commissie meende echter goed te doen de aandacht op deze omstandigheid te vestigen Het feit echter, dat de begrootings-en rekeningsvoorschrif ten, zooals die voor Noordbrabant zijn vastgesteld en waarme de in de vorige bijeenkomst der Commissie rekening werd ge houden, mogelijk niet zullen worden goedgekeurd, maakte het noodig de geheele materie nogmaals onder de oogen te zien Wanneer die voorschriften zouden worden vastgesteld, zooals die voor andere provinciën zullen luiden, zullen van de uit- keeringen ingevolge artikel 3 der Financieele Verhoudingswet drie kwartalen van het jaar, dat loopt van 1 Mei 3,331 1 Mei 1932> worden gebracht ten bate van 1931 en een kwartaal ten bate van 1932 Volgens de door Uw College gedane berekeningen zouden van de uitkeering ingevolge artikel 3, sub a van laatstgenoemde wet over het tijdvak van 1 Mei 1931 tot 1 Mei 1932 komen ten bate van het jaar 1931 f 24-00 en van de uitkeering ingevolge artikel 3 sub b. over hetzelfde tijdvak f 30.000, Wanneer de uitkeeringen over twee verschillende jaren worden verdeeld, op de wijze als door tien provinciën is vastgesteld, dan wordt van de uitkeering ingevolge art* 3 sub a van meerbe- doelde wet over 1931/1932 "ken bate van 1931 gebracht een be drag van f 2250, hetwelk door Uw College is berekend op f 2400 en van de uitkeering art. 3 sub b dier wet over het zelfde tijdvak wordt, blijkens de later verkregen cijfers, ten bate van 1931 gebracht een bedrag van plus minus f 40.000, dm^x lO.OOO meer dan door Uw College is berekend. Blijkens de door Uw College gedane becijfering zou, wan neer de 25 opcenten op de personeele belasting worden afgesehaf schaft, nog moeten worden voorzien in een bedrag van f 30,100. Aangezien de uitkeering over 1931 f 10.000 hooger kan worden vastgesteld, zou het tekort met f 10.000 kunnen worden ver minderd en derhalve op jblus minus f 26.000 kunnen worden be paald Bij deze nieuwe mogelijkheid is de vraag nogmaals onder de oogen gezien, welk systeem van belastingheffing moet worden toegepast. De Commissie blijft bij haar oorspronkelijk oor deel en deelt de meening van Uw College, dat ook opcenten be- hooren te worden geheven op de gemeentefondsbelasting, omdat anders te veel belasting wordt geheven naar den uiterlijken staat tegenover de heffing naar draagkracht. Het kan toch biet de bedoeling zijn om het nieuwe belastingsysteem aan te grijpen om afbreuk te dóen aan het beginsel van heffing naar draagkracht Dit zal voor 1931 In gemeente Ginneken en Bavel toch allicht reeds eenigermate het geval zijn Wanneer de wetswijziging niet had plaats gehad en de toe stand ware ongewijzigd gebleven, zou voor deze gemeente, blij kend de becijfering van Uw College, een plaatselijke inkoms tenbelasting zijn geheven tot een bedrag van f 16Ö.000. Dit

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 122