8 Wij zullen niet ingaan op het hoonende in het betoog van den Heer Sprenger. Het brevet van onkunde, dat hij ons uit reikt, laat ons even onbewogen als het bewijs van bekwaamheid waarmede hij zich zelf siert In de hiervoor aangehaalde passage komt nog het volgende voor 11 Hu kan men wel ezggen, dat dit weer geen nieuw ge zichtspunt is; maar misschien wordt het U duidelijker, wan- "neer ik verklaar, dat ik geen ranoort wensch te onder teek ener. wanneer daarin niet voorstellen zijn verwerkt voor eene ver- Zere toekomst dan 1931 Het zal den Raad -el niet verwonderen, wanneer we verklaren, dat die imposante verklaring van. den Heer Strenger niet het minste licht brengt in zijn betoog Wat toch wil de Heer Sprenger Hilj wil een belastingstelsel invoeren, dat vast voor volgen de jaren kan blijven gehandhaafd en hij wil dit bereiken door reeds onmiddellijk in te voeren, naast de opcenten op de ge meentefondsbelasting, 25, liefst 35opcenten op de personeelc belasting Hierdoor zou in 1931 een bedrag van ongeveer f 20.000 te veel aan belasting moeten worden betaald, waar door dan op dat dienstjaar een aanzienlijk bedrag batig saldo zou worden geformeerd, wat op een volgend dienstjaar zou wor den overgebracht. De belastingbetalers var 1931 zouden dus f 20.000 belasting moeten betalen om te voldoen aan de behoef ten van volgende jaren, wat geheel ongemotiveerd zou zijn Maar hoe zou dan de regeling in volgende jaren zijn Het ba tig saldo van 1931 wordt geboekt op het die .1st jaar 1933* ïh 1932 zou dus in de behoeften worden voorzien door het inge voerde belastingstelsel Wij moeten hierbij echter opmerk r dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 139