2.
2REGELING VAN DE BELASTINGEN IN VEREAND MET DE NIEUWE
REGELING DER FINANCIEELE VERHOUDING TUSSCHEN HET RIJK
EN DE GEMEENTEN EN VOORSTEL TOT DEGRESSIEVE SCHOOLGELD-
HEFFING.
Voorgesteld wordt in behandeling te nemen de
voorstellen in zake de belastingen ten gevolge van de
wet van 15 Juli 1929 (Stbl. 388), houdende herziening van de
financieels verhouding tusschen het rijk en de gemeenten
en wijziging van eenige bepalingen der Provinciale wet en
der Gemeentewet.
Het rapport der daartoe ingestelde Commissie,als
mede ons voorstel d.d. 8 Augustus 1930 met de verschillen
de ontwerp-verordeningen zijn bereids aan de Leden van den
Raad toegezonden.
Wij stellen voor de verschillende ontwerp-verorde
ningen in behandeling te nemen.
Verder stellen wij voor te beslissen in zake den
aftrek voor schoolgeld.
Ten aanzien van het verzoek van het Bestuur van ut
afdeeling Breda e.o. van "Volksonderwijs" betreffende het
schoolgeld van kinderen, wier ouders of verzorgers in Oost-
of West-Indiën verblijven, kunnen wij ons ook vereenigen
met de inzichten van de commissie.
Aangezien de heer Sprenger heeft bericht te bedan
ken als lid der Belastingcommissie stellen wij voor in
diens te benoemen den heer J.H.van Mierlo om verdei
in deze materie van advies te dienen.
3BENOEMEN VAN DB LEDEN DER COMMISSIEN VAN BIJSTAND.
Op der eersten Dinsdag van September a.s. treden
af