Wij hsi.en daarop aan den Heer Ir, Scha. p, den ontwerper van h. uitbreidingsplan, die toen juist te Ginneken vertoefde, na ge pleegd overleg met de deskundigen, verzocht met den Heer Bilser een rapport te willen uitbrengen Be Heer Ir„ Schaap, die vocj zitter is van de Geldersche Schoonheidscommissie, verklaarde z~: daartoe onmiddellijk bereid Het rapport van de Heeren Bilsen en Schaap is door oris ontvang De deskundigen hebben geadviseerd eene eventueele aanvrage om se: bouwvergunning te weigeren, omdat elke bebouwing op het bedoelde terrein zal schaden en uit het oogpunt van welstand aanstbiot geve Aan den Heer Van Dongen is daarna bericht, dat geen aanleiding bestaat tot het aanwijzen der rooilijn, zoolang geen verzoek met bijbehoorende teekeningen is ingediend Verder is bericht, dat op een eventueel verzoek om eene vergunning tot bouwen, op grond van artikel 5 der Bouwverordening, ongetwijfeld afwijzend zal woi den beschikt Het zal wel niet behoeven te worden betoogd, dat het hier ee:: aangelegenheid betreft van meer dan plaatselijke beteekenis 3 belahgstelling, welke hiervoor in de pers reeds tot uiting kwa is daarvoor een af doend bewi js De Heer Commissaris der Koning in deze provincie, tevens lid van de Monumenten-Commissie, heeft, ook als zijn gevoelen te kennen gegeven, dat hij het zeer zou be treuren, wanneer tot bebouwing zou worden overgegaan en heeft verzocht geregeld van den stand van zaken op de hoogte te worden gehouden Bij eene bespreking, welke de Voorzitter van ons Col lege heeft gehad op het Departement van Onderwijs, Kunsten en We tenschappen, bleek, dat men aldaar ook reeds van de plannen op d«. hoogte was en dat men het doorvoeren een groote schade voor het natuurschoon zou achten Ons is geene bepaling bekend, behalve artikel -5 der Bouwveror- iK ZcJLJL

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 16