15. Bouwverordening, waarop het bouwen aldaar zou kunnen worden belet Dat dit artikel wel degelijk vah toepassing kan worden gebracht, staat bij ons vast, ook al wordt het door den Heer Zoetmulder ontkend De Heer Zoetmulder verzoekt nu aan den Raad de rooilijn ter plaatse te willen aangeven Het is aan niet den min sten twijfel onderhevig, dat de Raad, in het algemeen gesproker bevoegd is tot het aanwijzen van de rooilijn Wij blijven ech ter van oordeel, dat in het onderhavige gaval daartegen bezwaar bestaat, omdat de Bouwverordening het aanwijzen der rooilijn opdraagt aan Burgemeester en Wethouders, zoodat o.i. eerst tot wijziging van de Bouwverordening zou moeten worden overgegaan Afgezien echter van deze formeele zijde van de kwestie, ^eereif wij den Raad te moeten adviseeren niet tot het aanwijzen der rooilijn over te gaan, ook niet na eventueele wijziging van de Bouwverordening. Een bouwvergunning wordt niet gevraagd; alleen is eene schetsteekening ingediend De Raad heeft onlangs in stemming betuigd aan een plan tot het vaststellen van een rooi- lijnbesluit door ons College De terreinen bij Bouvigne zijn daarin niet opgenomen; de Raad heeft ook niet blijk gegeven te verlongen, dat aldaar de rooilijn zou worden vastgesteld f Ifp tal van straten zijn er in deze gemeente, waarvoor de rooilijn niet is vastgesteld en het is ook ondoenlijk om dat vooy aj.le straten en wegen in de geheele gemeente te doen Zoolapg niet een verzoek om eene bouwvergunning wordt ingediend, bestaat daarvoor o.i. geen aanleiding Wij stellen daarom voor 'op het verzoek afwijzend te beschi ken Wanneer de ingediende schetsteekening wordt herzien/ dan mojt men tot de gevolgtrekking komen, dat het niet mogelijk is het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 17