kosten van instandhouding.Het woord "instandhouding" heeft
in het eerste lid van art. 101 eene geheel andere bet eeke
nis als in het vijfde lid.In het eerste lid beteekent het
woord "instandhouding" het onderhoud, de gewone exploitatie
der school; in het vijfde lid beteekent het de instandhouding
waarvan sprake is onder c van artikel 55 der wet.
Wanneer het vijfde lid van artikel 101 spreekt van
kost en, bedoeld in het tweede, derde en vierde lid van dat ar
tikel, dan zijn dat, krachtens het eerste lid, alleen de kosten
welke betreffen de instandhouding der school, derhalve de ge
wone exploitatie-kosten.Hetzelfde geldt dan ook voor de kos
ten, welke ten behoeve der openbare school zijn aangewend en
waarnaar de berekening moet geschieden.De bijzondere school
besturen mogen de vergoeding voor de gewone exploitatiekos
ten, ook de kosten bedoeld in art.55 onder f der wet,voor
zoover die worden gedaan voor de instandhouding der school,
alleen bekomen langs den weg van artikel 101 der wet.De
artikelen 73 en 84 der wet bieden aan de schoolbesturen nog
gelegenheid gelden te bekomen voor het aankoop en van school-
meubelen, leer- en hulpmiddelen.Blijkens den opzet van die
artikelen en met het oog op de beteekenis van art.101 der
wet,kunnen volgens die artikelen alleen gelden voor school-
meubelen, leer- en hulpmiddelen werdén gevraagd, wanneer een
en ander niet benoodigd is voor de instandhouding der school
dus niet moet gerekend worden tot de gewone exploitatie der
school.Voor het aanvragen der gelden voor schóolmeubelen,
leer- en hulpmiddelen langs den weg van de artikelen 72 en
84 der wet bestaat o.i. aanleiding bij het bouwen van eene
nieuwe