dus te loopen op 19 November 1929 en eindigde dus met 18 Bevember 1929. Het beroepschrift werd,nadat te voren tot het be roep was besloten,ten postkantore alhier besteld op 18 Novem ber 1929» Door Gedeputeerde Staten is daarop het beroep niet ontvankelijk verklaard,omdat het beroepschrift eerst op 19 December 1929 ter provinciale griffie is ingekomen en de ter mijn van 30 vrije dagen,gegund voor het beroep,niet was in acht genomen. Van deze beslissing van Gedeputeerde Staten is door beroep- ons beroep ingesteld op de Kroon.Wij hebben in het bezwaar schrift betoogd,dat de termijn van 30 dagen naar onze mee ning zeer zeker in acht was genomen,want dat naar de meening van ons College een beroep is ingesteld,wanneer degene,die het beroep insteltalles heeft gedaan,wat daarvoor door hem gedaan kan worden.Dit was in dit geval geschied>.Het besluit was genomen,het beroepschrift was opgesteld en onderteekend en ten postkantore alhier bezorgd binnen den door de wet ge stelden termijn;een en andJir werd ook aangetoond. Wij hebben in ons beroepschrift aan de Kroon ook gewezen op de wet,die bepaalt,dat een beroep moet worden in gesteld bij Gedeputeerde Staten en niet bij de provinciale griffie en dat hier dus door Gedeputeerde Staten in de pro- dedure een element wordt ingeschakeld,dat de wet niet kent. Wij hebben er voorts op gewezen,dat de beslissing van Gedeputeerde Staten de zekerheid van het tijdig in be roep gaan in gevaar zou brengen,omdat degenen,die beroep instellen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 212