instellen,dan afhankelijk worden van eventueele vergissin gen nalatigheden van lichamen,die hij het beroep niet be srokken zijn,zooals posterijen,staatsspoorwegen,autobusdien sten enz. Ook is door ons opgemerktdat geene gelijkheid meer bestaat tusschen de verschillende gemeenten,wat de termijn van beroep betreft.De termijn zou afhankelijk worden van af stand,weersgesteldheid enz.Aan bewoners en besturen van af gelegen gemeenten b.v. van de eilanden in de Noordzee of in de Zuiderzeezou het instellen van een tijdig beroep,b.v. bij slechte weersgesteldheid,onmogelijk kunnen worden ge maakt. De wet immers gunt een termijn van dertig dagen en houdt geen rekening met overmacht.De wet toch kan geen ande re bedoeling hebben dan ieder gelijkelijk in de gelegenheid te stellen tijdig beroep in te stellen en die gelegenheid kan in feite alleen dan bestaan,wanneer wordt geacht,dat het beroep is ingesteld,wanneer de persoon of het orgaan,dat het beroep insteltdaarvoor zijnerzijds het mogelijke heeft gedaan,wat dan zoo noodig moet kunnen worden aangetoond. Door de Kroon is hierop beslist,dat een beroep schrift slechts dan tijdig is ingekomen,wanneer het binnen den beroepstermijn is ontvangen door het Collegewaarbij het beroep moet worden ingediend of wanneer het althans binnen dien termijn is ontvangen ten postkantore van de gemeente, waar dit College is gevestigd.Deze beslissing der Kroon lijkt ons wel zonderling. wel Wij kunnen niet inzien,waarom het beroep ndxafckcjii tijdig zou zijn ingediend,wanneer het beroepschrift op 18 December

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 213