hoofd der school zal daarvoor ongetwijfeld worden inge
wonnen.
Met de bemerking ten aanzien van de uitbetaling
van de voorschotten,bedoeld in art. §03 der Lager Onder
wijswet 1920,zal rekening worden gehouden. De uitbetaling
kan echter eerst geschieden,wanneer de raad de voorschot
ten heeft toegestaan.Doordat dit jaar de beslissing over
de voorschotten door den Raad moest worden aangehouden,
werd daardoor ook de uitbetaling vertraagd.
De schoonheidscommissie achten wij een instituut,
dat niet meer kan gemist worden. De aanvankelijke moei
lijkheden zijn opgelost en het instituut kan als "inge
burgerd" worden beschouwd. Het uitgetrokken bedrag strekt
ter uitvoering van de desbetreffende door den Raad vast
gestelde verordening*
HOOFDSTUK IX.
De commissie is nog niet overtuigd van de wensche-
lijkheid van het aanstellen van eene vroedvrouw van ge
meentewege*
Door onë is voor bezoldiging eener vroedvrouw een
bedrag uitgetrokken^omdat de Raad in beginsel den wehsch te
kennen had gegeven eene vroedvrouw aan te stellen.
Wij kunnen echter ook niet het belaag inzien van
het aanstellen eener vroedvrouw.
Wanneer de Raad mocht besluiten vooralsnog niet tot
aanstelling eener vroedvrouw over te gaan,dan kan dat o.i.
zonder bezwaar geschieden, San het door den Raad genomen
besluit is nog geen enkel gevolg verbonden;door niet tot
aanstelling