geschieden.Een aanranding van de autoriteit van den Raad moe'"
hierin echter niet worden gezien.
Wij mesnen bezwaar te moeten maken tegen het voorstelt
van den heer Sprenger om den prijs van water met f 0.01 te
verlagen.De heer Sprenger berekend de vermindering van de
ontvangsten,welke daardoor zou worden verkregen,aan de hand
van de begrooting voor 1930?°P 1200.-.Volgens mededeeling
van den boekhouder van het bedrijf is die vermindering wel
wat te laag berekend en bedraagt die f 1500.- a f l600.-.
Het is niet gewenschtdat tot die verlaging wordt
overgegaan.
Het is thans twijfelachtig,wat de gevolgen zullen
zijn van de grenswijziging der gemeente ten aanzien van de
concessie,welke indertijd door de gemeente Teteringen werd
verleend.
Iedere prijsverlaging moeten wij thans ontraden, te
einde zooveel mogelijk te voorkomen,dat later niet tot ver
hooging moet worden overgegaan.
Wij stellen daarom voor den prijs,welke tot dusver
wordt berekend,te handhaven.
Wanneer tegen de tot dusver gevolgde prijsberekening
op formeele gronden bezwaar wordt gemaakthebben wij geen be
zwaar, dar de heffing wordt gesanctioneerd door wijziging van
de verordening.
Wij stellen daarom voor de eerste zinsnede van de
eerste alinea van artikel 5 der verordening te wijzigen en
te bepalen, dat de prijs van het water ^hetwelk wordt geleverd
over den meter,wordt berekend op f 0.85 P©r maand met een
maximum-verbruik van 10 M3 per drie maanden en dat voor mee
der verbruik wordt berekend f O.25 per MIJ.
Een