-3k
den geheven.De aangeslagenen in de eerste klas volgens de
geldende verordening belastingplichtigen met inkomens van
f 800.- tot f 1000.-) vallen derhalve buiten de degressieve
regeling.Belastingplichtigen der tweede klas inkomens van
f 1000." tot f 1200.-) genieten er niet noemenswaard van
terwijl die van de derde klas inkomens van f 1200.- tot
f 15OCo~ daarvan ook slechts een bescheiden voordeel kun
nen genieven.De wettelijke bepaling van artikel 6^,eerste liu
ontneemt de meest sympathieke zijde der degressieve heffing
van de in deze gemeente geldende regeling.
Overigens achten wij ook geen aftrek noodig voor be
lastingplichtigen met hooge inkomens.Het b Irag van het te
heffen schoolgeld mag het gemiddbld b- rag per leerling van
de kosten voor iedere leerling niet te boven gaan.Wij achten
het niet meer dan billijk,dat de beter ges.tueerden,ook al
hebben zij meer dan één schoolgaand of minderjarig kind,het
volle bedrag betalen van hetgeen in de kosten van hun onder
wijs ten laste van de gemeenschap blijft.Wij zouden het on
billijk achten,wanneer anderen - dus ook mingegoeden - voor
het onderwijs der kinderen van de financieel vermogenden be
lasting zouden moeten betalen.
Overigens achten wij het systeem,dat wordt voorge
staan door den Bond vanr groote gezinnen beter dan het voor -
stel van de heeren Sprenger, Loerakker er- _rinkerhof.
De Bond wil rekening gehouden zien met alle minder jar
ge kinderen en niet alleen met de schoolgaande. Wij achtten
dit beter met het oog op het beginsel van belasting naar
draagkracht. Een groot kindertal eischt zware geldelijke of
fers, ook al gaan de kinderen niet naar school.
Wij zijn daarom van oordeel, dat met alle minderjarj
kinderen, waarvoor ingevolge de Wet op de Rijksinkomstenbe -
lasting