Het loon, de uitkeering voor kinderen inbegrepen,
van de sub 2a bedoelde werklieden mag niet meer be
dragen van 75 1° sn vai de sub 2b bedoelde werklieder
niet meer dan 65 io van het loon, dat zij bij ^8 urig.
arbeidsweek in het bedrijf, waartoe zij behooren,
zouden kunnen verdienen
Met kinderen beneden den leeftijd van 16 jaar worden
gelijk gesteld kinderen, ouder dan 16 jaar, die door
ziels-of lichaamsgebreken voortdurend en blijvend
niet in stuut zijn t-e werken
Bij uitbetai ing van het loon worden gedeelten van een
cent tot een geheel-m cent naar boven afgerond
Aan arbeiders, die door een ziekte worden getroffen
en die ingevolge de Ziektewet geen aanspraak kunnen
maken op eene uitkeering, wordt een bedrag toegekend,
gelijk aan het hiervoor bepaalde loon, indien zij
overigens voor tewerkstelling in aanmerking zouden
komen
Artikel 5
Op 25 en 26 December 1931 en 1 Sanuari 1932 wordt
geen arbeid verricht, doch wordt het gewone loon
uitbetaald aan de werklieden, die op de laatste zes
aan die dagen voorafgaande werkdagen, waarop de
weersgesteldheid niet belette arbeid te verrichten,
op grond van deze regeling arbeid hebben verricht
Op Goeden Vrijdag in 1932 wordt geen arbeid verricht
door de arbeiders, die tot een der Protestantsche
Kerkgenootschappen behooren, doch wordt het gewone
loon