2.
voor het Bestuur der gemeente tot aan het einde van de zittingspe
riode.Wanneer de meerderheid van den Raad van oordeel is,dat deze
aangelegenheid voldoende is voorbereid en tevens dat de toestand
niet ongewijzigd kan blijven,dah zou de Raad naar onze meening
niet verantwoord zijn met het verschuiven der beslissing.Na alles,
wat er reeds over is geschreven en gesproken,na de ontvangen rap -
porten en mondelinge toelichtingen en met de persoonlijke onder
vindingen van den Raad over de inrichting van het gemeentehuis,
meenen ifij,dat geen reden meer bestaat de behandeling van dit
punt te verschuiven.De vraag of de Raad in zijn tegenwoordige sa
menstelling den Raad in zijn toekomstige samenstelling met de uit
gaaf verbonden aan den bcnvr van een gemeentehuismag belasten,
meenen \iij bevestigend te moeten beantwoorden.Naar aanleiding
daarvan zouden wij echter moeten opmerken,dat geen last wordt ge
legd op den Raad,doch op de ingezetenen der gemeente en niet
slechts gedurende een vierjarige periode doch gedurende een lange
j arenreeks.
Wanneer thans door den Raad geene beslissing wordt ge
nomen, zal de Raad in zijn nieuwe samenstelling het punt ongetwij
feld weer aan de orde moeten stellen/Wanneer de nieuwe leden zich
in de materie zullen hebben ingewerkt en deze geheel zullen ddsr-
voeld hebben,zal weer een geruime tijd verstrijken,zoodat wellicht
we;er een aanmerkelijk deel van de vierjarige zittingsperiode zal
zijn verstreken,alvorens over het puit zal kunnen worden beslist.
Wat er ook van zij,de Raad zal steedswanneer de beslissing ook
wordt genomen,voor een lange jarenreeks een financieelen last leg
gen op de gemeente,indien tot den bouw van een nieuw gemeentehuis
wordt overgegaan,doch dit zal eveneens het geval zijn,wanneer op
andere wijze in den onhoudbaren toestand wordt voorzien.De Raadzal
gedurende die geheele jarenreekshoe ook zijn samenstelling moge