J
Verg. 26/2/*32
7« Afrekening met de besturem van de bij zondere lagere -
scholen
Naar aanleiding van de bemerkingen, welke in de Raads
vergadering van 18 November 1931 zijn gemaakt met be-»
trekking tot de afrekening met de besturen der bijzon
dere lagere scholen over 1925-1929 brengen wij het na
volgende ter kennis van den Raad
De bemerkingen, welke praktische beteekenis zouden kun
nen hebben, betreffen alleen de R.K. Jongensschool te
G-inneken Het is daarom geheel overbodig na te gaan
of de rekeningen van de andere scholen, waarop bemer
kingen zijn gevallen, inderdaad te hoog zijn geweest.
Met betrekking tot deze afrekening verwijzen we naar
het K,B. van 2 December 1927 No. 17, waarbij is uitge
sproken, dat tot de werkelijk gemaakte kosten van de
bijzondere school, waartoe het achtste lid van art.
101 lager onderwijswet de vergoeding beperkt, behooren
alle uitgaven, ten behoeve van de bijzondere school ge
daan, ook vbor zoover zij uitgaan boven de normale
eischen, aan het geven van lager onderwijs te stellen,
mits de uitgaven slechts krachtens haren aard en haar
karakter vallen onder een der rubrieken e tot en met
h en o van artikel 55 ot onder die van instandhou
ding
Het feit, dat een of andere uitgaaf boven het normale
V&tgaat, doet dus niets ter zake
De
I