met de bemerkingen onder a,b en c
3e. bij Hoofdstuk II post 25 meent de commissie te moe
ten op^merken, dat de telefoonkosten niet te contro-
leeren zijh, bet komt baar dan ook gewenscbt voor,
dat Burgemeester en Wethouders in overleg met den
Raad die stappen doen, waardoor de mogelijkheid dat
particuliere telefoongesprekken ten koste van de ge
meente komen, wordt ondervangen
4-e. onder Hoof stuk III post 3^5 "meent de Oommissie te
moeten opmerken, dat genoemde post booger is dan
soortgelijke post on
5e, in verband met bet vorenstaande meent de Commissie
den Raad te moeten voorstellen genoemde rekeningen
voor-loopig goed te karen
Op de rekeningen van groiM-water-en electriciteitbedrijf
waren geen bemerkingen, de commissie meent den Raad te
moeten voorstellen ook deze rekeningen voorloopig goed'
te keuren
Ginneken, 21 November 1932
De Oommissie
H.J. van Gestel
J.G.Ph. Savenye
Ohr. van Swol