Verg. 30 Juni 1932
Vragen van den heer Surenger net betrekking tot den
bouw van de o-gtenbare school
Door den heer J.W. Sprenger zijn d.d. 26 April 1932
een aantal vragen gesteld, welke in de vorige vergade
ring in onze handen zijn gesteld om prae-advies
Die vra.gen luiden als volgt
1. Is het aan Uw College bekend, welke werkzaamheden,
ten behoeve van de verbouwing der gemeente-school,
door den heer Muis zijn verricht in zijn vrijen
tijd
2. Indien het antwoord op de eerste vraag bevestigend
luidt, is dan Uw Ooilege bereid, aan den Raadeen
voorstel te doen tot het geven van een gratificatie
aan den heer Huis, die ten naasten bij evenredig
is aan den door hen vrijwillig geleverden niet-geho-
noreerden arbeid
3» Indien het antwoord op de eerste vraag ontkennend
luidt, is dan Uw College bereid, onverwijld een on
dersoek in te stellen naar de wijze, waarop de heer
Muis in' zijn vrijen tijd voor de gemeente heeft ge
werkt en vervolgens een voorstel aanhangig te naken
als bedoeld in de tweede vraag
Haar aanleiding van de sub 1 gestelde vraag kan worde:'
medegedeeld, dat de heer Muis meermalen des morgens
van half acht ure bij de school is geiveest om toezicht
te houden op de werkzaamheden. De teekenihgen zijn doo
hem ook deels thuis gemaakt. Eet is echter niet nader
aan te geven hoeveel tijd buiten de gewone diensturen
aan de school is besteed. Het werk is door den Heer
Muis ook zeer loffelijk uitgevoerd
ITaar aanleiding van de sub 2 en 3 gestelde vragen heb
ben we echter gemeend als ons oordeel te kennen te moe
ten geven, dat geen aanleiding bestaat een gratifica
tie