r. k
Verg.18 Aug.!33
9C VERORDENING OP DE CEMEENTE-POLITIE EN SSLARISREGELING VAN ji
POLITIE-PERS ONEEL
De door den Raad in zijn vergadering van 30 Juni 1933 vastg?
stelde verordening, regelende de rangen,het aantal, de samen-re
ling en de eischen van benoembaarheid van de ambtenaren der g
meente-politie werd terugontvangen.
De Minister van Binnenlandsche Zaken acht het niet genschelijfc
de Koninklijke goedkeuring te bevorderen van een verordening,v
welke slechts enkele punten van de in art.233 derde lid der
Gemeentewet opgesomde onderwerpen regelt.
In de vastgestelde verordening zijn echter alle punten geregeld
welke het derde lid van art.323 der gemeentewet vordert,behou
ders alleen de bezoldiging van het politie-personeel.Deze mate
rie is bij afzonderlijke verordening geregeld.
Wij stellen voor de verordening van 30 Juni 1933 te handhaven
en de verordeningen,regelende het salaris van het personeel
der gemeentepolitie mede ter goedkeuring in te zenden.
Door den Commissaris der Koningin is bij brief van 17 Februari
1933 bericht,dat de korting op de bezoldiging van het politie
personeel alleen moet worden toegepast op het grondsalaris en
niet op de emolumenten.
Verder wordt bezwaar bemaakt,dat het gevoelen der organisaties
niet over de korting is ingewonnen.
Thans feeeft het onderwerp een bespreking uitgemaakt in de 8om
missie voor het georganiseerd overleg,waarvan het rapport is
overgelegd.
Het plant behoort Shard door den Raad te worden beslist.