muren van twee belendende gebouwen, indien tusschen die muren geen ruimte, dan wel eene ruimte ter breedte van niet meer dan 0.12 M. aanwezig is; 11. Balkdragende muur een muur waarop de uiteinden van binten eener balklaag zijn opgelegd; 12. Balksteunende muur een muur, welke een of meer binten eener balklaag onder steunt, waarvan de uiteinden elders zijn opgelegd; 13. Brandvrij materiaal metselwerk, beton, gewapend beton, bepleisterde net werken van metaal, alsmede brandvrije platen, welke als zoodanig door Burgemeester en Wethouders zijn erkend; 14. Eigenaar mede den beheerder en voorts ieder, die krachtens eenig zakelijk recht, bezit daaronder begrepen, beschikking heeft over eenig onroerend goed; 15. Bouwtoezicht de ambtenaren, bedoeld in art. 13, eerste lid, der Won- ningwet. Artikel 3. Waar de bepalingen dezer Verordening eischen bevatten voor zoover Hoofdstuk IV betreft: eiscben, waaraan bij den bouw, nadat daartoe vergunning is verleend, moet worden voldaan welke niet scherp omlijnd konden worden, zoodat zij ruimte laten voor verschil van inzicht, oordeel of gevoelen, berust de beoordeeling, hoever de strekking dier bepalingen gaat, bij Burgemeester en Wethouders, behoudens ingeval dat beroep op den Raad openstaat, het nader oordeel van den Raad. Artikel 4. 1- Indien in deze Verordening gewaagd wordt van de mogelijkheid tot het stellen van nadere eischen, wordt daaronder verstaan de bevoegdheid van Burgemeester en Wethouders, bedoeld in art. 9, eerste lid a, der Wo ningwet. 2. Indien in deze Verordening gewaagd wordt van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 179