2
4. Peil
de bovenkant van den beganegrondvloer van een gebouw:
5. Bouwen
bet maken, het geheel of voor een gedeelte vernieuwen
of veranderen of het uitbreiden van bouwwerken, met name:
a. een woning of een ander gebouw in den zin der
Woningwet;
b. terreinafscheidingen en beschoeiingen;
c. stoeptreden, stoepen, toegangsbruggen en bestra
tingen:
d. inrichtingen voor drinkwatervoorziening en voor
den afvoer of de verzameling van water, vuil en drek-
stoffen;
e. antennes en reclameborden en -toestellen;
muren, wanden of schotwerken, niet vallende
onder b
g. vrijstaande schoorsteenen;
6. Woning
een complex van ruimten, dat krachtens zijne indeeling
geschikt en bestemd is voor de huisvesting van één gezin;
7. Verdieping
elk complex van ruimten en elke onverdeelde ruimte,
begrensd door de omtrekmuren van een gebouw en ge
legen op ongeveer eenzelfde hoogte boven peil, met uit
zondering van alle op den beganegrond gelegen ruimten,
zoomede die op den zolder, indien deze onder een schuin
dak is gelegen;
8. Vertrek
elke besloten ruimte, welke bestemd is voor het verblijf
van menschen gedurende den dag of den nacht;
9. Vrije hoogte van een ruimte
de afstand van den bovenkant van den vloer tot den
onderkant van het plafond, of, ingeval geen plafond aan
wezig is dan wel een plafond tusschen de balklaag is aan
gebracht, van den bovenkant van den vloer tot den
onderkant der balklaag (eventueel aanwezige moerbalken
niet medegerekend);
10. Bouwmuur
een muur, welke bestemd is de scheiding te vormen
tusschen twee gebouwen, zoomede elk der beide scheidings-