17
c. niet ter bewoning bestemde gebouwen, alsmede ge
stichten, internaten en gebouwen, bestemd voor hotel,
tot het houden van bijeenkomsten, tot verpleging of met
andere bijzondere bestemming.
5. In geen geval mag echter een gebouw zoodanig
worden opgericht, dat het niet met in de gemeente be
schikbare brandbluschmiddelen te bereiken zoude zijn.
Artikel 25.
1. Onverminderd het bepaalde in art. 24, lid 3, mag
bij het bouwen van een gebouw aan een weg, geen naar
de wegzijde gekeerde gevel anders dan in het verticale
vlak. gaande door de voorgevelrooilijn, worden geplaatst.
2. Geen gedeelte van een gebouw mag buiten het in
lid 1 genoemde vlak vallen.
3. Het bepaalde in het tweede lid is niet van toepassing
op ondergrondsche werken, op afvoerpijpen van hemel
water, op gevellijsten, pilasters, plinten, stoeptreden,
kozijnen, dorpels en dergelijke bouwdeelen, mits deze geen
grooter voorsprong verkrijgen van 0.12 M., zoomede op
goot- of kroonlijsten, mits de voorsprong niet meer dan
0.50 M. bedraagt.
4. Van het bepaalde in lid 1 is vrijstelling mogelijk
voor het plaatsen van den naar de wegzijde gekeerden
gevel geheel of gedeeltelijk binnen het bedoelde vlak, mits
de grootste afstand van dien gevel tot het vlak niet meer
dan 10 M. bedraagt, de voorgevel of gedeelten daarvan in
hoofdzaak evenwijdig aan de rooilijn worden gesteld en de
tusschengelegen grond bij het gebouw behoort.
5. Van het bepaalde in lid 2 is vrijstelling mogelijk
voor het aanbrengen van balkons, erkers en luifels, zoomede
van de daarvoor in aanmerking komende bouwdeelen,
genoemd in het derde lid, met grooteren voorsprong dan
aldaar is aangegeven, een en ander met dien verstande, dat:
geen gedeelte der bedoelde bouwdeelen zich boven
den rijweg mag bevinden of op een geringere hoogte dan
2,25 M. boven de weghoogte, noch meer mag vooruitsprin
gen dan 1/10 van den. onderlingen afstand der voorgevel
rooilijnen ter plaatse, of meer dan 1,25 M.;
h- de afstand van het vooruitspringende gedeelte van
balkons of erkers tot de erfscheiding niet minder dan
anderhalfmaal de voorsprong mag bedragen. Deze beper
king is niet van toepassing, indien elk van twee belendende