20 van ten minste 6 M2. en twee met een oppervlak vau ten minste 7 M2. Deze oppervlakten worden gemeten op de wijze als onder b bedoeld. De breedte dier vertrekken moet ten minste 2 M. bedragen; d. een bijkeuken, spoelruimte, waschruimte of andere besloten en afsluitbare ruimte, tenzij behalve de onder !i en c genoemde vertrekken een keuken aanwezig is; e. één behoorlijke stookplaats in het vertrek onder li bedoeld; een geschikte bergplaats voor levensmiddelen; g. een bergplaats voor brandstoffen, tenzij in de onmiddellijke nabijheid der woning en ten dienste daarvan, een schuurtje aanwezig is. Bovendien moet elke woning, uitsluitend ten behoeve van de gebruikers daarvan, voor zien zijn van een privaat. 3. Een vertrek, dat door den bewoner tevens wordt gebruikt voor de uitoefening van een zoogenaamd huis bedrijf, kan gelden als het vertrek, bedoeld onder b van lid 2. 4. Elke tot eene woning belmoren d vertrek moet uit elk ander deel der woning bereikbaar zijn, zonder dat daarbij een ruimte behoeft te worden betreden, welke niet tot de woning behoort. 5. Bedsteden en kasten in grootte en vorm van bed steden mogen niet worden gemaakt. 6. Van het bepaalde in het le, 2e en 4e lid is vrij stelling mogelijk voor woningen, welke uitsluitend bestemd zijn tot huisvesting van niet meer dan twee personen en welke overigens voldoen aan de voorwaarden in lid van dit artikel gesteld. 7. De woningen als bedoeld in lid 6 mogen slechts worden gebouwd en in eigendom bezeten, hetzij door de gemeente, hetzij door een vereeniging, vennootschap of ander lichaam als bedoeld in art. 24, lid 4 onder a, mits de statuten van het lichaam bovendien voldoende waarborg bevatten, dat de woningen gedurende den tijd, dat zij voor bewoning bestemd zijn, blijvend zullen worden gebezigd voor haar meer bijzondere bestemming. Artikel 30. 1. Een vertrek mag niet uitsluitend uit een ander vertrek toegankelijk zijn, tenzij dit laatste het vertrek is, bedoeld in art. 29, lid 2 onder b.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 198