27
worden bereid of samengesteld, bij welke bewerking water
noodig is;
b. waarin eet- of drinkwaren voor gebruik ter plaatse
van verkoop worden verkocht;
c. waaruit eet- of drinkwaren worden afgeleverd, uit
gedeeld, verkocht, verzonden of aan de huizen te koop
worden aangeboden.
HOOFDSTUK IV.
Afdeeling F.
Voorkoming van brandgevaar.
Artikel 41.
1. De buitenwanden van een geheel of gedeeltelijk
ter bewoning bestemd gebouw, zoomede van een gebouw,
hetwelk niet geheel of gedeeltelijk ter bewoning is bestemd
en gelegen is binnen een afstand van 25 M. van andere,
niet op hetzelfde erf geplaatste gebouwen, moeten uit
steen of beton bestaan.
Het hiervoor bepaalde is niet van toepassing op veranda's,
dakkapellen, topgevels e. d., alsmede de niet-dragende
constructiedeelen van balkons, erkers, winkelpuien en
soortgelijke bouwdeelen, en op bijgebouwtjes als bedoeld
•n lid 2 van art. 19.
2. Scheidingswanden tusschen woningen onderling,
tusschen een woning en aangrenzende gebouwen, alsmede
tusschen een woning en onmiddellijk daaraan grenzende
bergplaatsen van hooi, stroo of andere licht-brandbare
stoffen moeten worden samengesteld van steen of beton
Pn doorloopen tot tegen het dakvlak.
3. Met uitzondering van zoldervertrekken moeten
vertrekken, gangen, portalen en privaten in geheel of
gedeeltelijk ter bewoning bestemde gebouwen zijn afge
scheiden door wanden, welke met uitzondering van deuren
ert andere noodzakelijke doorbrekingen, bestaan uit
brandvrij materiaal.
Artikel 42.
1- Het is verboden het dak van eenig gebouw, bedoeld
111 bd 1 van het vorige artikel, af te dekken anders dan
Met pannen, leien of metaal, alsmede mastiek waarop zich