ITS rM (3 O S. ft) P (re-C B B 5 2 i 5f o S it p p-3 2 P a P <1 O S p a N eg Sfl 8 5T-° T S Ctó o M "S P' P-* c-f 2 -» CT? CO P Soort der muur. I Buitenmuren. Bouwmuren. Balkdragende binnenmuren. Voor een gebouw zonder verdieping, eventueel met een zolder, mits deze een schuin dak heeft. 0,18 M. 0,18 M. Indien de afstand v. d. steunpunten der balken meer bedraagt dan 2,50 M.: 0,18 M. Indien deze niet meer bedraagt dan 2,50 M.: 0,11 M. Balksteunende binnenmuren. 0,09 M. Binnenmuren niet hooger dan 3,20 M. (z.g. scheidingswanden) 0,06 M. VJ VI Voor een gebouw met één verdieping. 0,22 M. 0,22 M. 0,22 M. 0,11 M. 0,06 M. Materiaal. Hardgrauw in Bestrood in basterdmortel. basterdmortel. Bestrood in slappe basterd mortel. Bestrood in slappe basterd mortel of cementsteen kalkzandsteen. of Bimscementplaten in sterke mortel dan wel bepleisterd netwerk van metaal

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 211