34
8. Indien fundamentmuren, welke in baksteen worden
uitgevoerd, grond hebben te keeren, moeten zij een dikte
van ten minste 0.22 M. verkrijgen,wanneer de grondkeering
niet meer dan 1 M. en een dikte van ten minste 0.33 M.,
indien de grondkeering meer dan 1 M. bedraagt.
9. Waar voorsprongen, plinten, pilasters, schoorsteenen,
koekoeken e. d. voorkomen, moeten de fundamenten zoo
veel zwaarder worden gemaakt als de dikte dier bouwdeelen
bedraagt, tenzij behoorlijke uitmetselingen worden aan
gebracht. Voor zooveel de verzwaringen zich in het tras
raam bevinden, moeten zij in de voor trasraam voorge
schreven materialen worden uitgevoerd.
10. Nadere eischen kunnen worden gesteld ten aanzien
van fundamenten, welke een bijzonder zware functie
hebben en (of) van bijzondere constructie zijn.
Artikel 56.
1. Opgaande muren en buitenmuren moeten naar de
hechtheid voldoen aan de volgende eischen: