i!
'I
(j
voor buiten-
h lid 2 onder
0.11 M. en
[der van een
;n wand van
niet minder
ing, de ver-
Ie hoedanig-
bijzondere
Ikzandsteen
ie gezamen-
er bedragen
terwijl de
Ier mag zijn
een wijdte
ti de samen-
in verticale
tl. op doel-
srwijl indien
mr hiervan
ten aanzien
zien van de
ïitengewone
constructie
.end en ge-
iet gedeelte,
e afsluiting
muurwerk
zwaar ten
37
minste 5/16", welke op geen grooteren afstand dan 1 M.
van elkander worden aangebracht.
3. Bovendorpels van kozijnen, welke belasting van
eenigen omvang te dragen krijgen, moeten door ontlastings-
bogen, lateien of op andere wijze afdoende worden ontlast.
4. Balkons, erkers en soortgelijke uitbouwsels moeten
op deugdelijke wijze aan de gevels of balklagen worden
bevestigd en verankerd.
Artikel 59.
1. Vloeren en zolderingen moeten zoodanig worden
samengesteld en aangebracht, dat zij de daarvoor in
aanmerking komende of te verwachten toevallige en
blijvende belasting veilig en naar behooren kunnen dragen.
2. Balklagen moeten een behoorlijke oplegging hebben
en op voldoende wijze gekoppeld, verankerd en beves
tigd zijn.
Bij toepassing van eqn houten balk- en vloerconstructie
en platvloer voor mastiekbedekking moeten nader de
voorschriften, vervat in het volgend artikel, worden in
acht genomen.
Artikel 60.
1. De binten van een houten balklaag mogen niet op
grooteren afstand dan 0.75 M. hart op hart, van elkander
worden gelegd, en mogen geen mindere breedte dan
0.05 M. en geen mindere hoogte dan 0.15 M. hebben.
Deze bepaling is niet van toepassing, indien de afstand
van de steunpunten der balken minder dan 2.50 M. be
draagt.
2- Bij den gewonen woningbouw, waarbij geen buiten
gewone belasting is te duchten, kan met onderstaande
balkzwaarten worden volstaan:
i'
i.
'i
li