der ramen, alsmede voor het aanbrengen van beweegbare
liggende ramen in vertrekken, gelegen onder schuine dak-
vlakken.
4. In keuken-woonvertrekken, keukens, bijkeukens
en spoelkeukens moet de in lid 3 bedoelde opening voor ten
minste de helft kunnen worden verkregen door middel van
een of meer beweegbare bovenramen.
5. Gangen, portalen en trappen moeten op voldoende
wijze kunnen worden verlicht en geventileerd.
6. Zolders moeten voorzien zijn van ten minste een
aan de buitenlucht uitkomend beweegbaar raam.
7. In kelders moet gelegenheid tot voldoende lucht-
verversching zijn.
HOOFDSTUK IV.
Afdeeling K.
Artikel 70.
1Elke stookplaats moet gelegenheid hebben tot afvoer
van rook naar buiten door een afzonderlijk rookkanaal en
moet zoodanig zijn ingericht, dat het roet slechts op en
tegen onbrandbare materialen kan vallen.
2. Geen rookkanaal mag aanvangen op grootere
hoogte dan 0.50 M. onder de zoldering van een vertrek.
3. Korte bochten, knikken of plotselinge vernauwingen
mogen in een rookkanaal niet voorkomen.
4. De boek van een rookkanaal met het horizontale
vlak mag behoudens vrijstelling in geen geval minder dan
45° bedragen.
Artikel 71.
1. Rookkanalen moeten tot boven het dak worden
opgetrokken.
2. Indien een rookkanaal door een plat gaat, moet de
uitmonding ten minste 0.75 M. boven het plat komen
te liggen.
3. Indien een rookkanaal door of langs een nok gaat,
46
Schoorsteenen.