52
na ontvangst der na te melden schriftelijke kennisgeving
in kennis stellen door zijn bijzonderen aard of ligging
dan wel uit hoofde zijner kunstwaarde of daaraan ver
bonden geschiedkundige herinnering, van belang is, geheel
of gedeeltelijk te sloopen of te wijzigen, vóórdat van het
voornemen daartoe schriftelijk is kennis gegeven aan Bur
gemeester en Wethouders, onder nauwkeurige opgave van
de ligging en de belendingen, en drie maanden na de
ontvangst dezer kennisgeving zijn verstreken, tenzij Bur
gemeester en Wethouders reeds vóór het einde van dien
termijn hebben medegedeeld, dat met de slooping een aan
vang kan worden gemaakt.
3. Het bepaalde in lid 1 en 2 is niet van toepassing,
wanneer met betrekking tot het terrein, waarop het te
sloopen bouwwerk is gelegen, eene bouwvergunning is
verleend, en de kennisgeving bedoeld in art. 83 onder a
heeft plaats gehad, of een lastgeving is verstrekt krachtens
art. 93, lid 3.
Artikel 86.
1. Ten aanzien van het sloopen vindt het bepaalde in
art. 81 overeenkomstige toepassing.
2. Bij het sloopen van een gebouw kan door Burge
meester en Wethouders de eisch worden gesteld, dat het
terrein, waarop het gebouw gestaan heeft, na ruiming
van putten, kolken en riolen en opvulling van gaten,
wordt opgehoogd tot een hoogte van ten minste 0.50 M.
boven den hoogsten waterstand, die ter plaatse pleegt voor
te komen.
HOOFDSTUK VI.
Voorschriften betreffende bestaande, niet in uitvoering
zijnde bouwwerken.
Artikel 87.
1. Het is verboden een bouwwerk te doen verkeeren
in een toestand, die in strijd is met een of meer der voor
schriften, in dit Hoofdstuk vervat, of met eischen, krachten?
het bepaalde in dit Hoofdstuk gesteld.
2. Indien een bouwwerk verkeert in een toestand, al?
bedoeld in lid 1, kan den eigenaar of dengene, die tot het