55 Artikel 94. 1. Elk gebouw moet zoodanig zijn ingericht, dat rook, water en overtollig vuil worden verwijderd, zonder aan de gebruikers of aan anderen ernstig hinder of schade te veroorzaken. 2. Indien een gebouw gelegen is aan een weg, waarin een openbaar riool aanwezig is, kan, voor zoover het riool bestemd is om die stoffen op te nemen, gelast worden, dat de afvoeren van drekstoffen uit privaten, alsmede de afvoeren van huishoudwater, daarop worden aangesloten. 3. Ten aanzien van de aansluiting op het openbaar riool, zoomede ten aanzien van de rioleering van het gebouw, kan gelast worden, dat deze zullen worden uitge voerd overeenkomstig de eischen, welke krachtens het bepaalde in de artikelen regelende de verwijdering van water en vuil, kunnen worden gesteld. Artikel 95. In elke voor het verblijf van menschen bestemde ruimte in een gebouw, moeten licht en lucht, in verband met het gebruik en de bestemming van zulk een ruimte, op vol doende wijze kunnen toetreden. Artikel 96. Geëischt kan worden, dat in of terzijde van den hoofd toegang tot elke woning of tot een ander gebouw waar poststukken worden ontvangen eene gleuf aanwezig zij voor het inwerpen van poststukken. Deze gleuf moet afmetingen hebben van tenminste 0.20 M. bij 0.02 M. HOOFDSTUK VII. ^oorschriften betreffende het gebruiken van bouwwerken. Artikel 97. F Het is verboden te gebruiken, in gebruik te geven °f te laten gebruiken: een bouwwerk, dat verkeert in een toestand, die m strijd is met een of meer der bepalingen, in Hoofd stuk VI vervat, of eischen, krachtens het bepaalde in dat Hoofdstuk gesteld;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 231