61
HOOFDSTUK IX.
Straf-, overgangs- en slotbepalingen.
Artikel 111.
Het handelen waaronder is te verstaan zoowel doen
als nalaten in strijd met de bepalingen dezer Verorde
ning, wordt voor zoover daartegen geen straf is be
dreigd in 10 der Woningwet gestraft met hechtenis
van ten hoogste twee maanden of geldboete van ten
hoogste driehonderd gulden.
Artikel 112.
1. Op eene aanvrage om vergunning als bedoeld in
artikel 6. eerste lid a, der Woningwet, dan wel art. 7, lid 1
onder b en d. of art. 19, lid 1 onder o, dezer Verordening,
welke is ingekomen vóór den dag, waarop deze Verordening
in werking treedt, wordt beschikt krachtens de bepalingen
van de op den datum van indiening geldende Verordening,
tenzij de aanvrager verzoekt daarop de bepalingen dezer
herordening van toepassing te doen zijn.
2. Op de uitvoering van een plan, waarvoor vergunning
is verleend, niet krachtens de bepalingen dezer Verorde
ning, is van toepassing de Verordening, krachtens welker
bepalingen de vergunning is verleend, met dien verstande:
dat eene vergunning, welke is verleend meer dan zes
maanden vóór den dag, waarop deze Verordening in wer
king treedt, geacht wordt te zijn vervallen, tenzij Burge
meester en Wethouders schriftelijk verklaren, dat op
genoemden dag met de werkzaamheden een aanvang was
gemaakt;
b. dat op eene bouwvergunning mede van toepassing
is art. 22 dezer Verordening.
Artikel 113.
1- Deze Verordening kan worden aangehaald onder
(|en titel „Bouwverordening der gemeente
Zij treedt in werking op den eersten dag der maand,
volgende op die, waarin zij is afgekondigd.