I I 60 Artikel 108. 1. Het is verboden een onbewoonbaarverklaarde wo ning na hare ontruiming voor eenig ander doel in gebruik te nemen, in gebruik te geven of te laten gebruiken zonder vergunning van Burgemeester en Wethouders. 2. Deze vergunning wordt, de Gezondheidscommissie gehoord, alleen geweigerd, indien van het gebruik ernstige binder voor de omgeving of gevaar voor de veiligheid of de gezondheid te duchten is. 3. Van een besluit tot weigering van een vergunning is beroep op den Gemeenteraad toegelaten. Het bepaalde in art. 23 vindt hierbij overeenkomstige toepassing. Artikel 109. Onverminderd het bepaalde in art. 1 van het besluit van 23 Juni 1925, S. 262, tot toepassing van de artikelen van de Warenwet, is het verboden een ruimte te gebruiken, in gebruik te geven of te laten gebruiken als winkel, waarin eet- en drinkwaren worden verkocht, wanneer deze ruimte in onmiddellijke verbinding staat met een vertrek, waarin een slaapplaats aanwezig is, indien dit vertrek niet m gemeenschap staat met de buitenlucht of met een ander goed te ventileeren vertrek, portaal of gang. HOOFDSTUK VIII. Onbewoonbaarverklaring. Artikel 110. 1. Als kenteeken, bedoeld bij art. 25, zevende lid, der Woningwet moet worden gebezigd een bord, waarop de woorden: ONBEWOONBAAR VERKLAARDE WONING in duidelijk leesbare letters van ten minste 5 c.M. hoogte, met zwarte olieverf op lichten ondergrond, zijn geschilderd. 2. Het bord moet aan de onbewoonbaar verklaarde woning worden bevestigd boven of terzijde van de hoofd toegangsdeur. 3. Indien in het geval, bedoeld in het vorige lid, de hoofdtoegangsdeur als toegang tot meer dan ééne woning dient, moet op het bord worden aangegeven, welke woning is onbewoonbaar verklaard. ik i

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 238