Verg. 21 Dec. '33 2c__0_
OVERPLAATSING- VAN LEERLINGEN AAN DE SCHOLEN TE UL'VENHOUT
In de Raadsvergadering van 21 September j.l. is ter ta
fel geweest een brief d.d« 8 September 1933 van de Com
missie van Toezicht op het lager onderwijs in deze ge
meente Schoolcommissie betreffende de overplaatsing
van leerlingen van de R.K. Bijzondere Jongensschool te
Ulvenhout naar de R.K, Bijzondere Meisjesschool daar ter
plaatse
Nadien werd den Raad toegezonden een motie van de afdee-
ling Breda. e.o. van "Volksonderwijs", aangenomen in een
algemeens vergadering van die organisatie op 5 October
1933 Deze motie is ter inzage gelegd
Voorts is ingekomen een brief d. d. 9 October 1933 no.4-8
van de Schoolcommissie, waarin onder meer wordt medege
deeld, dat zij een duidelijke uitspraak verwacht van den
Raad of deze het eens is rnet de opvfetting, die de Commis
sie heeft van haar taak n.l. dat zij volgens art. 18^
sub g der Wet op het lager onderwijs 1920 hare bevinding
heeft mede te deelen alleen aan het gemeentebestuur en
de leden van het Rijksschooltoezicht en niet aan den
Minister Deze brief ligt eveneens ter inzage
Verder is nog overgelegd een door den Heer J.D*F. Brinker
hof, Lid van den Raad, d.d. 16 October 1933 aan den Raad
gedaan voorstel het Bestuur der R.K. Bijzondere scholen
te Ulvenhout te verzoeken de plaats gehad hebbende ver
plaatsing van leerlingen van de jongensschool naar de
meisjesschool ongedaan te maken door de leerlingen weer
terug te plar tsen en bij wiegering van dit verzoek de
subsidie