Verg. 21 Dec. *33
"der Lagcr-Onderwij swet 1920, en evenmin komt er eenig
"financieel nadeel uit voort voor de gemeente"
Op 31 October 1933 beeft de beer Inspecteur nog een
nadere uiteenzetting gegeven omtrent de finoncieele ge
volgen van de overplaatsing der leerlingen De Raad kan
ook kennis nemen van den inboud der stukken
Uit de brieven van den Inspecteur blijkt o.m,
1. dat ten gevolge van den getroffen maatregel niet een
leerkracht aan de jongensschool te Ulvenhout zal worden
ontslagen
2. dat na l6 December a.s. de jongens niet terug zullen
gaan naar de jongensschool
3. dat niet is gehandeld in strijjid met de wet
4-, dat geen financieel nadeel wordt toegebracht aan de
gemeente
Naar aanleiding van den brief d. d. 9 October 1933
no. 4-8 van de Schoolcommissie moeten wij opmerken, dat in
gevolge artikel 184- tweede en vierde lid der L.O. Wet 1920
de Commissie adviezen met betrekking tot het lager onder
wijs in de gemeente en inlichtingen heeft te verstrekken
aan het gemeentebestuur en het rijksschooltoezicht De
Commissie heeft een onjuiste opvatting van de betoekenis
dezer bepalingen Onder gemeentebestuur wordt hier in
verband met artikel 151 der Gemeentewet, verstaan het Col
lege van Burgemeester en Wethouders De Schoolcommissie
heeft als zoodanig contact met ons College en niet met
den Raad Het is derhalve onjuist, wanneer de Schoolcom
missie haar adviezen uitbrengt aan den Raad Alleen moet
door
