Sen ander lid verneemt gaarne, onder verrijzing naar de
artt. 221 en 222 der uitgaven, hoe en op welke wijze de
kosten inzake de distributie van de hiervoor genoemde arti
kelen worden verantwoord en hoeveel die kosten bedragen
HOOFDSTUK XII. BSL.-i.3TII!dSI'
Art. 2lS. Personeele belasting
Een lid acht het onjuist, dat de gemeente voor de personee
le belasting in verschillende klassen is verdeeld en hij i
van aarda&i gevoelen, dat dit dringend herziening behoeft,
zoodat de klasseindecling geheel komt te vervallen
Meerdere leden betwijfelen het of de indeeling van de ge
meente in vier klassen wel noodzakelijk is en zijn van ge
voelen. dat een progressieve heffing onder het oog dient t
worden gezien
Een ander lid is van meening, dat de klasseindeeling onver
mijdelijk is en ook billijk. Haar zijn meening kan het ni;
ontkend worden, dat deze gemeente gedeeltelijk een stads,
gedeeltelijk een plattelands karakter draagt
drt. 2^4-9 Opcenten personeels belasting
Een lid is van oordeel, dat deze heffing een sterk progree
sief karakter zal moeten dragen
Meerdere leden meenen, dat ook deze belasting zoo mogelijk
progressief zal moeten zijn, en zullen den ook gaarne hier
omtrent de meening van Burgemeester en Wethouders vernemen
Een lid meent, dat, zoo ecnigszins mogelijk deze heffing
progressief zal moeten zijn en wel zoo, dat voor de mins+~
draagkrachtigen deze belasting niet hooger zal worden dar
in 193^
Dit lid is van oordeel, dat over deze begrooting geen be
slissing valt tc nemen, zoolang de verordening, regelend
deze opcentenheffing aan den Gemeenteraad niet is voorga-