1U Art. 257. Opcenten gemeentefondsbelasting Meerdere leden zijn van meening, dat bij deze belasting de progressie dient behouden te blijven Een ander lid kan zich hiermede niet vereenigen, doch meent dat, nu het aantal opcenten op de personeele belasting zoo aanmerkelijk moet worden verhoogd, het onjuist sou zijn,ni. eerst over te gaan het getal opcenten op de gemeentefondsbe lasting tot het maximum te heffen Deze laatste belasting is naar zijn oordeel een billijker belasting dan de eerst genoemde, welke in verschillende ge vedien ongemeen zwaar kan drukken Eenige leden vragen of het geen aanbeveling verdient de ge meente, voor wat de gemeentefondsbelasting betreft, te bren gen in de 2o klasse De opcenten zouden dan gebracht kunnen worden op 100, terwé zij meenen, dat met goedkeuring ven den Minister van Binner. landsche Zaken deze tot 120 kunnen worden opgevoerd Een lid is van gevoelen, dat deze post te hoog is geraamd. Hij kan de optimistische opvatting niet deolen, dat 55 opoe ten volgens de voorgestelde regeling evenveel opbrengen dan 50/70 opcenten volgens do regeling zooals deze was in 193^ De meerdere opbrengst, welke wordt verkregen door do wijzi ging van het tarief welke bestaat in het belastbaar steil van de inkomens van E 750.- in plaats vah bij F 800.- weeg- niet op - naar zijn nieehing - tegen het verlies, dat wordt geleden door het gemis van een heffing van 15 opcenten Door de verlaging van het belastbaar inkomen wordt inderdaa: het getal belastingplichtigen uitgebreid, maar de opbrengs" zal niet dekken het bedrag, dat verloren gaat, nu ds genee\ te 15 opcenten op de hoogere aanslagen moet missen Dit lid zou dan gaarne een nadere uiteenzetting hebben, ',T,-n op B. er. v'ï hun meening gronden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1934 | | pagina 234