Verg. 29 Mei 1937 11
ten aanzien van de Wed. Hoeben is by de ingekomen stuk
ken overgelegd
Naar aanleiding van de derde reclame, die van A.v.d. Lin
den, deelen wy mede, dat hem een aanslag is opgelegd,
omdat zyn perceel is gelegen in de onmiddellyke nabyheid
van den Teteringenschen Dyk
Op grond van de aangehalde beslissingen van den Raad van
Beroep kan de aaa slag op dien grond niet worden gehand
haafd
Het perceel van v.d. Linden is echter wel gelegen aan de
z.g. Heusdenhoutsche Straat. Op grond daarvan moet, over-
eai komstig de heffingsverordening, een aanslag worden op
gelegd als volgt
1 v.d. kadastrale huurwaarde, omdat het perceel is ge
legen aan een openbare landweg, welke niet in eenige klas
is ingedeeld
1 io van de huurwaarde, wegens in de straat aangebrachte
electrische verlichting
Het heffingspercentage bedraagt voor 193^ zoodat
voor het perceel van v*d* Linden, hetwelk een huurwaarde
heeft van f 178, een aanslag moet worden opgelegd van
van 2 van f 178 is f 2,67
Wy stellen voor den aanslag van v.d. Linden nader op dat
bedrag vast te stellen.
In verband met de hiervoa vernoemde beslissingen van den
Raed. van Beroep, waaxby is bepaald, dat geen aanslagen mo
gen worden opgelegd voer perceel en, gelegen aan den Tete
ringenschen Dyk, achten wy het billyk, dat ook aan de aan—
geslagenen, welke in vorige jaren in de straatbelasting
2yn betrokken wegens het hebben van perceel en aan den
Teteringenschen