Verg. 29 Juli 1937.
7i VSRKOBP VAN GROND AAN DE STRYENLAAN.
In de vorige vergadering zya ter sprake geweest een twee
tal verzoeken tot aankoop van grond aan de Stryenlaan.
Mevrouw de weduwe J*A. Mol geb J*Öè Tiggelmen te Breda,
verklaarde zich toen bereid een strook grond te koopen,
deel uitmakende van het perceel aan de Stryenlaan, ka
dastraal bekend sectie I nummer 5&50> ter breedte van
57*65 meter en ter diepte van 32,50 meter, in totaal
c 9 2
1873,62 M 1 voor don prys van f 5»5Ö per M In totaal
dus f 10.30^,93» De heer P.J. Mol te Breda vroeg te koo
pen een strook grond eveneens langs de Stryenlaan, deel
uitmakende vaa de perceelen sectie I nr. 5^50 en 53^6,
ter breedte VaJi 50,10 meter en ter diepte eveneens van
2
32,50 meter, in totaal 1628,25 M mede voor den prys
van f 5,50 pet M2. In totaal dus t 8955,37^*
B eide gegadigden stelden echter de voorwaarde» dd; de
aan de gemeente aldaar in eigendom biyvende tetreinen
(ook het perceel sectie I, Nr. 53^) niet zouden worden
bebouwd. Met dit laatste kon Uwe Raad zich niet vereeni
gen.
Wy zyn met genoemde gegadigden nader in overleg getre
den met het resultaat, dd; zy deze laatste voorwaarde
zoodanig willen wyzigen, dat op bedoelde terreinen niet
mogen worden opgericht inrichtingen, welke vallen onder
artikel 2 van de thans geldende Hinderwet.
Wy zyn van meening, dat aan de inwilliging van dit verzoek
geen overwegende bezwaren verbonden zyn.
By de thans by de stukken overgelegde ontwerp-raadsbe-
sluiten