Aan den Gemeenteraad Edelachtbare Heeren Ten vervolge op ons prae-advies d.d. November 1937, waarvan punt 3 aanbieding van de gemeente-begrooting, dienr 1938) nader is toegelicht bij onze U toegezonden nota d.d. 5 November 1937, wordt hiermede nog het navolgende ter Uwer kennis gebracht In de raadsvergadering van 39 Juli 1937 is besloten tot verkoop van grond aan de Strijenlaan aan den heer P.J. Mol, wonende alhier. De strook grond heeft een breedte langs de Strijenlaan van 50.10 M en een diepte van 32.50 M. Aan de oostzijde van dat terrein is een strook ter breed te van plus minus 3 meter eigendom gebleven van de gemeente, ten einde de achter gelegen terreinen, welke eigendom zijn gebleven van de gemeente, te kunnen bereiken. De heer P.J. Mol voornoemd verkeert in de veronderstelling, dat hem over dien strook grond, voor zoover die aan zijn terrein grenst, het recht van weg zou worden verleend, om daarlangs de door hem aldaar te bouwen woningen langs de achterzijde te kunnen bereiken. Wij hebben geen bezwaar om op den strook grond, welke aan de oostzijde van het terrein van den heer P.J. Mol eigendom is gebleven van deze gemeente en ter diepte van 32,50 M, derhalve ter diepte vn het door den heer Mol gekochte ter rein ten behoeve van dit terrein de erfdienstbaarheid te vestigen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 251