Verg. 23 137 11 9. VASTSTELLING BEDRAG PER LEERLING? BEDOELD BY ARTIKEL 55bis DER WET OP HET LAGER ONDERWYS 1920. Ingevolge de wyziging van de L.Oa wet 1920, (art. 55bis)tot standgekomen by wet van 22 Mei 1937) stbl< 323, moet, te beginnen voor het jaar 193$, jaarlyks by de vaststelling van de gemeente-begrooting worden vastgesteld het bedrag per leerling, hetwelk voor het betrokken begrootingsjaar voor de openbare lagere school wordt beschikbaar gesteld ter bestryding van de kosten, bedoeld in artikel 55) onder e tot en met h en o, alsmede die van de in stand houding. Een nadere omschryvlng van deze kosten vindt U onder de nummers 1 tot en met 6 op het overgelegd ontwerp-besluit Ter berekening van bovenbedoeld bedrag per leer ling moet worden genomen het totaal der bedragen, wel ke terzake op de begrooting 1939 voor de o.l. school zyn geraamd, gedeeld door het vermoedelyk gemiddeld aantal leerlingen aan die school over 1938* Een en ander vindt U op overgelegd ontwerp-besluit nader uitgewerkt Wordt tydens de behandeling van de begrooting der gemeente in de cyfers betreffende de o.l. school geen wyziging gebracht, dan zal het overgelegd ontwerp besluit aldus moeten worden vastgesteld. By eventueele verhooging of verlaging van de desbetreffende posten zal dit ontwerp-besluit dienovereenkomstig moeten worden gewyzigd. Wy stellen voor aldus te besluiten. Afschrift van dit besluit zal dan worden toegezon den

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 327