Verg. 31 Mrt 1938
12.
VERGOEDINGEN VOOR HET TIJDELIJK WAARNEMEN VAN BETREKKIN-#-
GEN
In 1936 heeft de heer G.M, van Zwol gedurende vier en e<
halve maand de betrekking van secretaris tijdelijk waar-
ge no man
Ingevolge art. 112 van de Gemeentewet kan, ingeval van
ongesteldheid van den secretaris, rechtens geen aansprr
op een vergoeding voor tijdelijke waarneming van de be
trekking van secretaris worden gemaakt
Wij achten niettemin de gemeente op billijkheidsgron-
den verplicht een vergoeding toe te kernen, wat tot dus
ver nog niet is geschied
Wij stellen voor die vergoeding te bepalen op F 250.-.
De Heer A.G. van Hooft heeft, tijdens ziekte en na het
overlijden van den heer J. van der Put, de functie van
bedrijfsleider van het water-en electriciteitsbedrijf
waargenomen van 15 Augustus 1936 tot 1 Juli 1937
Ingevolge art. ló derde lid van het Ambtenarenreglement
wordt bij zoodanige vervanging voor elk geval de vergoe
ding door den Raad bepaald
Wij stellen voor die vergoeding te bepalen op F J>00